Haar baby was een paar dagen oud toen ze hem in een draagdoek deed en op de fiets stapte. Het was een half uur naar de andere kant van de stad waar de nieuwe school voor haar achtjarige dochter zat. Speciaal onderwijs, want voor de reguliere scholen in de buurt was haar spanningsboog te kort.
Niemand in haar flat bood aan haar dochter even te brengen.
Niemand bood aan boodschappen voor haar te doen.
Niemand vroeg of ze het een redde als alleenstaande moeder met twee kinderen. Het enige contact kwam buren die op de muren bonsden als haar baby huilde.
Toen ze bij mij in de gang probeerde haar jas over haar baby – inmiddels in een draagzak – heen dicht te knopen en de natte sneeuw in stapte, voelde ik hoe oneerlijk het is. Hoe graag ik haar dochter wil laten zien dat het ook anders kan. Dat er ook vaders zijn die blijven. Dat ze niet te druk is. Dat ze mag springen en dansen en een pak zout mag tekenen als ze daar zin in heeft en oké moet leren dat je niet drie paaseieren in je zak stopt als je ergens op bezoek bent geweest.
We kunnen keer op keer beginnen over de toeslagenaffaire en het Groningse gas.
We kunnen stemzeweg roepen.
We kunnen klagen over bezuinigingen en inflatie.
We kunnen wijzen naar de overheid die alles voor ons moet oplossen.
We kunnen ook kijken wat we kunnen doen voor een ander. Zoveel gezinnen, alleenstaande jongeren en eenzame ouderen die geholpen zouden zijn met een keer mee eten. Een lift naar een clubje of een afspraak. Een keer koffie drinken. Een paar uur een kind opvangen.
Daarom op de dag dat ik in de rij bij het stembureau zag hoe grondig de democratie in Nederland wordt gecontroleerd een kleine oproep:
Kijk eens naar binnen in plaats van naar buiten.
Koester wat je hebt in plaats van wat je mist.
En stem voor iets in plaats van tegen.
Kijk eens hoeveel energie je dat geeft.
PS: ook iets doen voor een ander? Check het Oranje Fonds of er maatjes nodig zijn in jouw woonplaats.