Haar ‘hoi’ zorgde ervoor dat ik me omdraaide op mijn stoel. Haar stem net wat te hoog, de toon net wat te vlak. Zoals ik tien jaar geleden wist welke huil ‘ ik ben moe’ betekende en welke ‘ik heb honger’, ken ik nu ze in groep 8 zit feilloos het verschil tussen de ademloze ‘hoi’ gevolgd door een stortvloed aan woorden over met wie en waar er afgesproken is, de doffe ‘ik-ben-moe- hoi’ en de sjokpas naar de bank, en deze hoi waardoor ik opsta en mijn armen om haar heen sla.
Met horten en stoten vertelde ze over de drie kersttafels in de klas, haar beste vriendin die aan de tafel met de populaire, goedgebekte meisjes ging zitten. Dat dat extra erg was omdat dit het laatste kerstdiner is. Ik liet haar huilen, registreerde mijn verhoogde hartslag, het achtbaan-gevoel in mijn buik. In een flits zag ik het rode kerstrokje waarin ik 35 jaar geleden naar het kerstdiner op de middelbare school ging. Ik vloekte inwendig. Om de tijdloosheid van het verlangen naar die beste vriendin alleen voor jezelf, dat die vriendin ook altijd andere vriendinnen heeft, dat iedereen altijd bij de populaire meiden in het gevlei wil komen en vooral om dat ellendige gevoel er net niet bij te horen.
Als student woonde ik in een huis met mensen die lid waren van een vereniging. Ik ging vaak mee naar feestjes, maar ik hoorde er niet bij. Op de School voor Journalistiek had ik leuke vrienden, maar ik zat niet in een groepje. Ik werkte in de keuken van een restaurant, ging op stap met mensen uit de bediening, maar ik hoorde er niet bij. Ik vond mijn weg, kocht alleen een huis in Amsterdam, adopteerde een straathond en een werkruimte met andere mensen die nergens bij hoorden. Inmiddels werk ik al 25 jaar werk ik alleen. Dat betekent vrijheid, maar ook alles zelf moeten bedenken en geen onderdeel zijn van iets groters. Laatst op een feestje van een van mijn dierbaarste studievriendinnen trof het me weer. Jaren geleden verhuisde ze van Amsterdam naar een dorp. Met andere ex-Amsterdammers vormt ze daar een hechte club. Kerstdiners, oud en nieuw, verjaardagen, ze vieren het samen. Toen ik rond middernacht op een tochtig station op de trein naar huis wachtte voelde ik hoe ik haar miste. Hoe ik dat ook wilde.
Er was veel geweldigs in 2022: een nieuw boekencontract, prachtige optredens, het boekenbal, ik gaf masterclasses en schrijftrainingen, maakte een ontroerend afscheidsboek voor een CEO, nam de eerste podcasts op. Maar het was ook een jaar waarin ik worstelde, met een man die heel veel in het buitenland was, met opdrachtgevers, cursisten, familie, vrienden, social media, mijn kinderen en hun emoties. Het hoogtepunt van dit jaar was onze reis naar Kenia. Zelden voelde ik me ergens meer vrij van alles, goed zoals ik was. Ik hoefde nergens bij te horen, nergens aan te voldoen. En ik besefte hoe hard ik daar hier voor moet werken. De afgelopen weken barstte ik twee keer in huilen uit in een vol restaurant. Wat te lang was opgepot, ingehouden, afgeweerd kwam er op onhandige plekken uit. Niet toevallig bij vriendinnen die ik ook had gemist. Die niet wegmaken of oplossen. Bij wie het goed is zoals het is.
‘Het is niet niks,’ zei ik tegen mijn dochter. ‘Om je beste vriendin te moeten missen.’
Een half uur later gaf ze de sneeuwmannetjes op haar kerstkoekjes een pruillipje. Trok haar glitteroutfit aan. We giechelden voor de spiegel. Ik keek hoe ze lipgloss opdeed, een zuurstokje op haar wang tekende, haar haar los schudde. Voor het laatst liep ik met haar mee naar basisschool. Ik zag hoe ze met haar koekjes de klas in liep. Haar hoofd recht omhoog.
Misschien is het vooral de kunst om je hart niet te sluiten, dacht ik toen ik naar huis liep. Om niet te vluchten als het pijn doet. Niet te blijven hangen in maskers van verwijt en wrok. Misschien hoef je nergens bij te horen. Misschien is het vooral de kunst om bij jezelf blijven.
Er is een verschil, denk ik, tussen erbij willen horen in de zin van waardering krijgen van anderen, en een verlangen hebben naar een vriendengroep. Zonder bij een specifieke groep te horen, kun je immers toch leuke verjaardagen etc hebben. En ik denk zelfs dat je een verlangen kunt hebben om erbij te horen, terwijl je de bijbehorende sociale verplichtingen niet per se ziet zitten.